Woordenschat thema 2 taal actief
Vragen:
1. Een groot sportterrein met tribunes eromheenantwoord (optioneel): het stadion;stadion;voetbalstadion
2. Langzaam lopen. Je tilt je voeten niet goed op.
antwoord (optioneel): sjokken;sjoken;sjokkken
3. oefeningen om je spieren op te warmen voor het sporten
antwoord (optioneel): de warming-up;warming up;warming-up;warmingup;de warming up;waringup
4. De toestand van je lichaam. Iemand met een goede .......... kan bijvoorbeeld heel lang en hard rennen.
antwoord (optioneel): de conditie;conditie;condisie;konditsie;conditsie;de coditie;coditis
5. Een stof die je kunt uitrekken. Je kunt er bijvoorbeeld elastiekjes en autobanden van maken.
antwoord (optioneel): het rubber;rubber;de rubber
6. Iemand (meestal een bekend persoon) die je geweldig vindt.
antwoord (optioneel): het idool;idool
7. Iemand die naar een sportwedstrijd komt kijken.
antwoord (optioneel): De toeschouwer;toeschouwer;de toeschouwer;toeschouder
8. Stomverbaasd
antwoord (optioneel): perplex;perplez
9. tijdens, gedurende
antwoord (optioneel): In de loop van;in de loop van;in loop van;indeloop van;in de loop van de tijd
10. Hard rennen over een korte afstand.
antwoord (optioneel): Sprinten;sprinten
11. Uitleg hoe je te werk moet gaan.
antwoord (optioneel): de aanwijzing;aanwijzing;aan wijzing;het aanwijzing;aanweizing
12. Het moet echt
antwoord (optioneel): noodzakelijk;noodzaakelijk;noodzaaklijk;noodsakelek
13. Meedoen aan iets waarin je geen belangrijke rol speelt
antwoord (optioneel): Voor spek en bonen meedoen;voor spek en bonnen;voor spek en bonen;spek en bonen;spek en bonen 😀;voor spek en bonen meedoen;mee voor spek en bonen;spek en bonnen;spekenbonen;meedoen voor spek en bonus
14. zo, zozeer
antwoord (optioneel): zodanig;zodandig;zodandig😀;zodading
15. Bijna nooit.
antwoord (optioneel): Zelden;zelden
16. Oefeningen om je spieren af te laten koelen na het sporten.
antwoord (optioneel): De cooling-down;cooling down;cooling-down;de cooling-down;de cooling dowb;koeling doun;koelingdoun;cooling_down;de cooling down
17. Sporten waarbij je goed je hersens moet gebruiken
antwoord (optioneel): De denksport;denksport;denk sport;de denksport;denkspor
18. Naar de zijkant
antwoord (optioneel): Zijwaarts;zijwaarts;zijwaards;zij waarts;zijwaart;zijwaats
19. Een hal voor binnensporten, zoals volleybal en basketbal.
antwoord (optioneel): de sporthal;sporthal;sporthall
20. Zeuren
antwoord (optioneel): Mekkeren;mekkeren;mekeren;mekker
21. Heel erg moe
antwoord (optioneel): Bekaf;bekaf;bek af;bek-af
22. Vaak
antwoord (optioneel): Regelmatig;regelmatig;regelmaatig;regelmatig//
23. Als je ........ over iemand spreekt, zeg je goede dingen over hem of haar.
antwoord (optioneel): lovend;loven
24. De hele tijd, het houdt niet op.
antwoord (optioneel): voortdurend;voordurend;voortdurent;voordurende;voortduurent
25. Als het aan mij ligt.
antwoord (optioneel): Wat mij betreft;wat mij betreft;wat mij betrevt;wat mei betreft
26. toch
antwoord (optioneel): desondanks;desondangs
27. als je ............................., heb je het door.
antwoord (optioneel): ergens niet intrappen;ergens niet in trappen;ergens niet intrapen;ergens niet intrapt
28. Als je ergens ............. in hebt, wil je er veel over weten.
antwoord (optioneel): de interesse;intresse;deintrese;in tresse;de intresse
29. Op een overdreven manier je best doen voor iets.
antwoord (optioneel): Zich uitsloven;zig uitsloven;zich uitsloven;zich uitslofen
30. Een ovale baan van 400 meter lang waarop hardloopwedstrijden gehouden worden.
antwoord (optioneel): de atletiekbaan;ateletiekbaan;de atlietiekbaan;atletiekbaan;de atletiek baan;de ateletiekbaan;de atliekbaan;de ateliekbaan;atliekbaan
31. Iets zeggen om te kijken hoe een ander reageert.
antwoord (optioneel): Een balletje opgooien;een balletje opgooien;balletje opgooien;een balletje op gooien;balletje opgooiiten;een balletje gooien;balletje op gooien;balje op gooien