Thema 2 afkortingen
Vragen:
1. Schrijf de afkorting van: aanstaandeantwoord (optioneel): a.s.
2. Schrijf de afkorting van: onder leiding van
antwoord (optioneel): o.l.v.
3. Schrijf de afkorting van: onder andere
antwoord (optioneel): o.a.
4. Schrijf de afkorting van: en vele anderen
antwoord (optioneel): e.v.a.
5. Schrijf de afkorting van: zaterdag
antwoord (optioneel): zat.
6. Schrijf de afkorting van: directeur
antwoord (optioneel): dir.
7. Schrijf de afkorting van: zo spoedig mogelijk
antwoord (optioneel): z.s.m.
8. Wat betekent de afkorting: afb.
antwoord (optioneel): afbeelding
9. Wat betekent de afkorting: min.
antwoord (optioneel): minuten
10. Wat betekent de afkorting: m.b.v.
antwoord (optioneel): met behulp van
11. Wat betekent de afkorting: a.u.b.
antwoord (optioneel): alstublieft
12. Wat betekent de afkorting: kg
antwoord (optioneel): kilogram