Taalactief 4 - Groep 8 - Thema 2 - OND, LV, MV

---

---

Vragen:

1. Mijn zusje schonk mij haar eerste lachje. (haar eerste lachje)
antwoord (optioneel): LV;lv;lijdendvoorwerp;lijdend voorwerp;leidendvoorwerp;leindend voorwerp;lijdentvoorwerp;leidenvoorwerp

2. Ik stopte het lachje in een mooi doosje. (Ik)
antwoord (optioneel): OND;ond;onderwerp;ondewep;OW

3. Later gaf ik het aan mijn moeder. (aan mijn moeder)
antwoord (optioneel): MW;mw;meewerkendvoorwerp;meewerkend voorwerp;Meewerkendvoorwerp;meewerkentvoorwerp;MV;mv

4. We deden er elk een kusje bij. (een kusje)
antwoord (optioneel): LV;lv;lijdendvoorwerp;lijdend voorwerp;lijdend voor;lijdenvoorwero

5. En we stuurden opa en oma het doosje. (opa en oma)
antwoord (optioneel): MW;mw;meewerkendvoorwerp;meewerkend voorwerp;mv;MV;meewerkendvvorwerp;meewerkentvoorwerp

6. Uiteraard zond oma ons hun kusjes terug. (oma)
antwoord (optioneel): OND;ond;onderwerp;OW

7. Wat is het onderwerp: Ik vraag mijn opa iets.
antwoord (optioneel): Ik;ik

8. Wat is het lijdend voorwerp?   Hij geeft me altijd een haarfijn antwoord.
antwoord (optioneel): een haarfijn antwoord.;een haarfijn antwoord;Een haarfijn antwoord;een haar fijn andwoord;een haarfijn andwoord;een haarfjn antwoord

9. Wat is het meewerkend voorwerp?    Veertig jaar lang legde hij oma alles uit.
antwoord (optioneel): Oma;oma;OMA;oms

10. Wat is het lijdend voorwerp?   Hij loste al haar problemen op.
antwoord (optioneel): al haar problemen;Al haar problemen;al haar probleemen;al haaar problemen

11. Wat is het meewerkend voorwerp?   Oma speelt elke vraag aan hem door.
antwoord (optioneel): aan hem;Aan hem

---

Speel een proefles met deze les!