Taal blok 3 les 1
Groep: Groep 5/6
Vakgebied: Taal
Labels: Taal in beeld groep 6 blok 3 les 1
Datum: 28-10-'20
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Taal
Labels: Taal in beeld groep 6 blok 3 les 1
Datum: 28-10-'20
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. Als iets anders is dan normaal. Of anders dan de rest.antwoord (optioneel): afwijkend;Afwijkend;bijzonder
2. De plaats waar je naar toe reist.
antwoord (optioneel): De bestemming;de bestemming;bestemming;Bestemming
3. Bekijken
antwoord (optioneel): Bezichtigen;bezichtigen
4. Als iets ergens middenin ligt. In het centrum.
antwoord (optioneel): Centraal;centraal
5. Waar iets eindigt, bijvoorbeeld een spoorweg of een buslijn.
antwoord (optioneel): Het eindpunt;het eindpunt;eindpunt;Eindpunt
6. Als je ergens het meest van houdt. Bijvoorbeeld je lievelingseten.
antwoord (optioneel): Favoriet;favoriet;FAVORIET
7. Als het te maken heeft met gebeurtenissen van vroeger. Uit de geschiedenis.
antwoord (optioneel): Historisch;historisch;HISTORISCH
8. De tijd waarin de meeste mensen met vakantie gaan.
antwoord (optioneel): Het hoogseizoen;het hoogseizoen;hoogseizoen;Hoogseizoen
9. Een voorwerp waardoor je iets gemakkelijk kunt doen.
antwoord (optioneel): Het hulpmiddel;het hulpmiddel;hulpmiddel;Hulpmiddel
10. Iemand die iets zegt door de luidsprekers in een gebouw of op de radio.
antwoord (optioneel): De omroeper;de omroeper;Omroeper;omroeper
11. Van huis weggaan.
antwoord (optioneel): Op pad gaan;op pad gaan
12. Precies op tijd
antwoord (optioneel): Stipt op tijd;stipt op tijd;Stipt op tijd.
13. Een deel van een weg of van een spoorweg
antwoord (optioneel): Het traject;het traject;traject;Traject;Traject.
14. Gewild zijn. Je wilt het graag.
antwoord (optioneel): In trek zijn;in trek zijn;In trek zijn.;In trek zijn..
15. Een tochtje naar iets leuks toe.
antwoord (optioneel): Het uitstapje;het uitstapje;uitstapje;Uitstapje