Spelling TA4 - T3 - L3

---

---

Vragen:

1. Afgelopen nacht ....... vandalen een hoop schade aan. (richten)
antwoord (optioneel): richtten

2. Daarna ............ ze het donkere bos in. (vluchten)
antwoord (optioneel): vluchtten

3. Ze .......... zich lelijk aan allerlei bomen. (stoten)
antwoord (optioneel): stootten

4. De politie ............... hen vervolgens gevangen. (zetten)
antwoord (optioneel): zette

5. We ............. op grote hoogte over een dorp. (zweven)
antwoord (optioneel): zweefden

6. Vroeger ................ kinderen vaak naar hun ouders of grootouders. (heten)
antwoord (optioneel): heetten

7. Toen ............... de mensen niet tijdens het eten. (praten)
antwoord (optioneel): praatten

8. Ook ................ de boeren in augustus. (oogsten)
antwoord (optioneel): oogstten

---

Speel een proefles met deze les!