Leestekens

Vragen:
1. Buurman Cees woont in de madeliefstraat. Goed of fout geschreven?antwoord (optioneel): Goed~||~Fout~||~~||~~||~2
2. tanja zegt hou op
antwoord (optioneel): Tanja zegt: `Hou op!`; Tanja zegt: `Hou op!`;Tanja zegt:hou op.
3. In de vakantie gaan wij naar Frankrijk en spanje. Goed of fout gespeld?
antwoord (optioneel): Goed~||~Fout~||~~||~~||~2
4. ik ga naar opa en oma
antwoord (optioneel): Ik ga naar opa en oma.
5. De meester zegt: `pak allemaal je spullen.` Goed of fout gespeld?
antwoord (optioneel): Goed~||~Fout~||~~||~~||~2
6. hoe laat komt de bus met pasen
antwoord (optioneel): Hoe laat komt de bus met Pasen?
7. tim roept ik ben de tikker
antwoord (optioneel): Tim roept: `Ik ben de tikker!`; Tim roept: `Ik ben de tikker!`
8. Tante Kim en Ome Tim komen morgen op bezoek. Goed of fout gespeld?
antwoord (optioneel): Goed~||~Fout~||~~||~~||~2