Grammatica - groep 7 - Staal Spelling - blok 5 week 4 les 3

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Spelling
Labels: Grammatica - groep 7 - Staal Spelling - blok 5 week 4 les 3
Datum: 06-02-'25
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Spelling
Labels: Grammatica - groep 7 - Staal Spelling - blok 5 week 4 les 3
Datum: 06-02-'25
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. Onderwerp: Jasper wil later een mooi schilderij kopen.antwoord (optioneel): Jasper
2. Werkwoordelijk gezegde: Jasper wil later een mooi schilderij kopen.
antwoord (optioneel): wil kopen ; kopen wil
3. Persoonsvorm: Hij moet daarvoor veel geld sparen.
antwoord (optioneel): moet
4. Onderwerp: Hij moet daarvoor veel geld sparen.
antwoord (optioneel): Hij
5. Hulpwerkwoord: Rembrandt van Rijn heeft meer dan honderd schilderijen geschilderd.
antwoord (optioneel): heeft~||~geschilderd~||~~||~~||~1
6. Voltooid deelwoord: Zijn bekendste schilderij heeft na zijn dood de naam De Nachtwacht gekregen.
antwoord (optioneel): heeft~||~gekregen~||~~||~~||~2
7. Telwoord: Rembrandt van Rijn heeft meer dan honderd schilderijen geschilderd.
antwoord (optioneel): honderd
8. Zelfstandige naamwoorden: Bezoekers van het museum bekijken deze schilderijen.
antwoord (optioneel): deze schilderijen~||~museum, bekijken, van~||~bezoekers, museum~||~bezoekers, museum, schilderijen~||~4
9. Bijvoeglijk naamwoord: Zijn bekendste schilderij is De Nachtwacht.
antwoord (optioneel): bekendste
10. Lijdend voorwerp: Jasper wil later een mooi schilderij kopen.
antwoord (optioneel): een mooi schilderij